Eind jaren negentig rond middernacht had je kans om hangend voor de tv in de Telsell-reclame Sound of the Sixties te belanden. ‘Een kuub aan hippiehits, in een kleurrijk doosje gevouwen, voor ú , als u nú belt’, beloofde de half uur durende commercial vol zwart-wit nostalgie en muziekfragmenten van weleer. Ook Turn! Turn! Turn! van The Byrds kwam voorbij en aangezien ik eind jaren negentig rond middernacht nogal eens voor de tv hing, heb ik het nummer zodoende iets te vaak gehoord.
Niet zo gek dus dat ik de gelijknamige LP uit de weg ging. De plaat begint met Turn! Turn! Turn! en van dat nummer zit mijn buik voorgoed nokkievol. Jaren gingen zo voorbij. Totdat ik besefte dat het wat brutaal is voor één hitje om, als een poortwachter, een heel album voor me achter te houden. Benieuwd naar wat er na Turn! Turn! Turn! te horen is, haal ik de plaat dan toch uit de hoes. Terwijl het bewuste openingsnummer zijn ronde maakt, trek ik een vies gezicht. Daarna kunnen we beginnen.
Turn! Turn! Turn! dus, het tweede album van het Amerikaanse antwoord op the Beatles. Vijf jongens en een 12-string snoerden in 1965 iedereen de mond door op hun debuutalbum Mr. Tambourine Man te laten horen dat inhoudelijke teksten en elektrische gitaren prima samengaan. Turn! Turn! Turn! moest een half jaar later bewijzen dat ze ook een tweede keer konden scoren.
Meteen bij het tweede nummer ben ik de moeizame start vergeten. In It won’t be wrong jengelen de gitaren lekker agressief door de speakerboxen. Kort, maar krachtig klinkt dit als een dagje uit in het Californië van de jaren zestig. The Byrds hebben eindelijk mijn aandacht en benutten dit door het allemachtig mooie Set you free this time te spelen. Zinnen waar geen eind aan lijkt te komen, mijmeren over you and I en hoe nu verder. De tweede en derde stem stellen zich bescheiden op waardoor het nummer mooi ernstig blijft. Dat kan helaas niet gezegd worden voor Lay down your weary tune. Het blije Beach Boys-refrein klinkt 45 jaar na dato niet fris meer. Enige mooie aan dit nummer is de manier waarop Chris Hillman zijn bonkende bas aan je opdringt. In He was a friend of mine blijven de brave koortjes gelukkig in de kast. Een vlotte tokkelpartij en harmonieuze samenzang sluiten kant A met een snik af.
Meteen bij het tweede nummer ben ik de moeizame start vergeten. In It won’t be wrong jengelen de gitaren lekker agressief door de speakerboxen. Kort, maar krachtig klinkt dit als een dagje uit in het Californië van de jaren zestig. The Byrds hebben eindelijk mijn aandacht en benutten dit door het allemachtig mooie Set you free this time te spelen. Zinnen waar geen eind aan lijkt te komen, mijmeren over you and I en hoe nu verder. De tweede en derde stem stellen zich bescheiden op waardoor het nummer mooi ernstig blijft. Dat kan helaas niet gezegd worden voor Lay down your weary tune. Het blije Beach Boys-refrein klinkt 45 jaar na dato niet fris meer. Enige mooie aan dit nummer is de manier waarop Chris Hillman zijn bonkende bas aan je opdringt. In He was a friend of mine blijven de brave koortjes gelukkig in de kast. Een vlotte tokkelpartij en harmonieuze samenzang sluiten kant A met een snik af.
The World Turns All Around Her, opener van kant B, dendert prettig door, maar blijft vanwege een te aanwezig koor hangen tussen goed bedoeld en goed gedaan. Satisfied Mind doet een stapje terug en is opgebouwd uit een prekende zangpartij, afgesloten door de harmonica van Byrd Gene Clark. Duidelijk een lesje ‘minder is meer’. If you’re gone pakt weer mooi meeslepend uit. Geen truttige koortjes, maar scherpe akkoorden en een zanger op zijn knieën. Zo vind ik The Byrds op hun best. Wat jammer dat hierna de Dylan-cover The Times They are a-changin’ weer zo opgewekt klinkt. Door dit nummer half zo snel te spelen, had het meer indruk gemaakt. Wait and See klinkt me om diezelfde reden als een gemiste kans.
Maar, zo met de haven in zicht, mag het gezegd worden: Turn! Turn! Turn staat vol fijne verrassingen. Vooral wanneer The Byrds zich kwaad maken, kan ik ze goed hebben. Bijna de hele plaat verdient een eerlijke kans.
Bijna, want zoals ik het eerste nummer liever oversla, kan ik ook afsluiter, Oh! Suzannah missen. Dit simpele volkslied waarin iemand zingt over een banjo op zijn knie ken ik als tune van Tapper, een videospelletje dat ik speelde toen ik nog te jong was ’s nachts voor de tv te hangen. Tapper speelde je niet voor je plezier, Tapper speelde je omdat er niks anders was en de jeugdherinnering aan dit neurotische tap-met-de-spatiebalk-zoveel-mogelijk-pinten-als-ge-durft-spel trekt Suzannah mee in dezelfde afgrond waar hippiehit Turn! Turn! Turn! lelijk ligt te wezen. Wat een onbezorgde jeugd allemaal niet kapot kan maken.
René
Set you free this time
Tapper
Geen opmerkingen:
Een reactie posten