Een van de onsterfelijke iconen aan de sterrenhemel die mijn platenkast is heet Mac en komt uit Rotterdam. Mac is namelijk eigenhandig verantwoordelijk voor het leeuwendeel van mijn soulcollectie. Ergens in 2006 dook er op marktplaats een advertentie op met als enige tekst ‘Plaaten Te Koop. Vraag Lijst’. Omdat ik in die dagen nogal ruim in mijn tijd zat en continu de platenadvertenties op marktplaats in de gaten hield, was dit kattenbelletje me niet ontgaan. Ik vroeg de lijst en kreeg een enorm excelbestand met een ontzagwekkende hoeveelheid vinyl, netjes gerangschikt naar artiest en genre. Ik kon het niet overzien en besloot een afspraak te maken om eens te komen kijken. Mac vond het allemaal best en vroeg of hij me op moest komen halen van Rotterdam CS. Daar zei ik geen nee tegen.
Op een bedompte middag stapte ik met een beursje vol geld en bonzend hart de achteruitgang van schilderachtig Rotterdam CS uit. Niemand. Na drie kwartier wachten en acht onbeantwoorde telefoontjes kwam een dikke, glimmende Mercedes de stoep op razen met achter het stuur een gezette en zwijgzame Surinamer. Dat moest Mac wezen. Hij nam me mee naar een volledig overhoop gehaalde flat in een desolate uithoek van het toch al niet zo aantrekkelijke Rotterdam. De ravage was niet te overzien en even bedacht ik me dat er soms rare dingen kunnen gebeuren als je met vreemde mannen in dikke auto’s meegaat naar louche flatjes. Mac bleek over de juiste inborst te bezitten, gaf me een groene Fernandes en liet me verder met rust in een klein kamertje vol lp’s. Hijzelf moest weer verder met ‘de verbouwing’. Plaat na plaat trok ik uit de kast, betaalde het schappelijke bedrag, vertrok, liep nog een keer terug en nam nog meer mee en vertrok toen echt. Met een glimlach van oor tot oor stond ik vervolgens in het niemandsland drie kwartier op de bus te wachten. Mac had geen zin meer gehad me terug te brengen.
Er kleeft een groot nadeel aan grote partijen platen tegelijk inladen; je draait ze namelijk nooit. Thuisgekomen met tassen vol lp’s leg je er een paar onder de naald, en een paar dagen later nog een paar. Op een gegeven ogenblik moet de troep toch echt een beetje opgeruimd worden en verdwijnen ze roemloos en grotendeels ongedraaid in je kast om jammerlijk vergeten te worden. Het treintje van de platenkoperij raast immers door en wacht op niemand. Een van die zangeresjes die altijd braaf is meeverhuisd maar sinds 2006 geen daglicht meer gezien heeft heet Millie Jackson. En Mac heeft me voor een lieve twee euro per stuk aan ongeveer haar volledige discografie geholpen. Welk een onrecht heb ik het arme schaap aangedaan. En ze had het al zo moeilijk….
Caught Up is Millie’s vierde plaat en gaat over een driehoeksverhouding. Overspel dus. En Millie maakt geen grappen. Ze knalt er vol in met If loving you is wrong, I don’t want to be right. Alle welbekende soultrucjes die nooit vervelen worden van stal gehaald; blazers, violisten, een kloeke funkgroove en lange uithalen met een diepe snik. Kleine en tengere Millie heeft ondertussen ook nog eens een stem alsof ze elke dag vijf pakken zware shag eet en dat wegspoelt met spiritus. Lekker dus. Het vorige lied met de lange titel vloeit over in The Rap, een lange en bittere verhandeling op een stuwende groove over de lesjes die Millie geleerd heeft over overspelige mannen en ‘de buitenvrouw’ zijn. Vooral rondom de feestdagen schijnt het geen pretje te zijn. Daar staat dan weer tegenover dat je veel seks krijgt en weinig vieze onderbroeken. Dank u wel. Anders dan de jankmeisjes uit de jaren 70 als Margie Joseph en Shirley Brown, die bittere tranen wenend toezien hoe ze aan de kant geschoven worden, laat Millie de zich niet de kaas van het brood eten en is overduidelijk de baas. Dat blijkt wel uit de laatste twee nummers van kant A, waarin ze verbaal en fysiek de vloer aanveegt met respectievelijk de echtgenote en de minnaar. Doe dus maar wat Millie zegt. Eneeeeh, you go girl! Het beste nummer van deze kant? Weet ik het; het is één nummer.
De andere kant gaat letterlijk over de andere kant. Hier is de getormenteerde echtgenote aan het woord die moet kiezen tussen vergiffenis of alleen verdergaan. U kunt wel raden waar het uiteindelijk op uitdraait. Maar voor we zover zijn, gebeurt er nogal wat. It’s all over but the shouting is een poepzure huwelijksruzie ramvol blazersdrama en aanzwellende violen. Compleet met ‘wees een vader voor je kind’ en ‘na alles wat ik voor je gedaan heb’ geschreeuw. Vet! In de volgende twee nummers maakt mevrouw de balans op en wijst manlief de deur. Lekker makkelijk weglopen hè, domme jongen. Lekker je lul achterna. Dat werk. Nou, jammer voor je want daar is het gat van de deur. Dit alles gelardeerd met wederom het nodige blazers- en strijkersgeweld, wat nu toch echt een beetje saai begint te worden. Summer is een uit de toon vallende, maar killer van een afsluiter over een jong meisje dat haar maagdelijkheid verliest aan een oudere man. Moddervette uithalen, kekke pianoloopjes en strakke blazers maken dat echt alles klopt aan dit nummer. Millie verwoordt het ondertussen allemaal nogal plastisch, wat wellicht een opmaat is naar later. Toen werd Millie namelijk een lelijke vuilbek die lelijke platen met nog lelijker hoezen maakte. Maar dat is geen reden om haar vroege werk in de bakken te laten verpieteren. Integendeel.
Tom
millie is zeker geen lelijke vuil bek en lelijke lp hoezen ze is een icoon. Millie is the Queen. die slettebakken van tegenwoordig das pas lelijk en vuil.
BeantwoordenVerwijderen