Op de hoes staan twee keigezellige, opgeruimde jongens met grote elektrische gitaren. Het zal een gitaarplaat zijn dan. Ook wordt me perfecte zang beloofd. Als met perfect in dit geval zuiver bedoeld wordt klopt het, maar saai dat het is. What you see is namelijk what you get. Twee jongens, twee gitaren en twee stemmen. En een kraakheldere productie van vriend Ron. Aan hem heeft het niet gelegen.
Er zit bar weinig melodische variatie in de plaat. Ik onderneem de weg naar het volgende nummer steeds vermoeider maar hoopvol, maar word telkens teleurgesteld. Het is allemaal even braaf en netjes. Country zonder randje. En het is nu juist dat randje dat country vaak zo leuk maakt. Het spel is goed, maar academisch en de zang is zielloos en vlak. Gapend vraag ik me af hoe lang ik ook alweer naar deze plaat had gezocht. En hoe veel ik er ook alweer voor betaald had, omdat ik destijds mijn Beau Brummels collectie zo nodig compleet moest maken.
Maar goed, zeuren is gemakkelijk. Een kleine positieve noot; de boys hebben onmiskenbaar talent. Hun spel is glashelder, maar daardoor helaas dus ook afgemeten en saai. Als ze, halverwege de tweede kant, een countrysnik na proberen te doen en YEEEEHAAAAWWW gaan roepen haak ik voortijdig af. Kom op Ron, waarom zo snel tevreden?
Tom
NB: NIETS is er van Levitt en McClure op de diverse videowebsites te vinden. Ik bedoel maar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten