Leo Kottke – Dreams and All That Stuff (1974)


Leo Kottke schijnt een slecht gehoor te hebben. Iets met vuurwerk (linkeroor) en later een geweer (rechteroor). Een blik op de hoes van Dreams and All That Stuff doet vermoeden dat hij ook iets aan zijn ogen mankeert. Tussen alle lelijke platenhoezen die er ooit zijn gemaakt, houdt Dreams... zich immers stevig staande.
Naast lelijk is de hoes ook onbegrijpelijk, Leo Kotkke maakt namelijk geen LSD-psych, zoals je naar aanleiding van het dubieuze artwork zou verwachten. Leo speelt akoestisch gitaar, en vindt dat je daar niet bij hoeft te zingen.
Inderdaad: Dreams and All That Stuff is een instrumentale plaat. Een half uur lang laat Leo horen wat hij allemaal uit zijn 6- en 12-snarige gitaar kan krijgen. Dat klinkt niet onaardig. Vooral de eerder genoemde 12-string geeft een vol geluid waardoor nummers best compleet overkomen. Gehaast of iets meer bedeesd laat Kottke horen dat hij de gitaar baas kan.
Goed, Leo, dat kan allemaal zo zijn, maar kom je nog ter zake? Helaas, wanneer in het slotnummer Mona Roy een steelgitaar en piano je uitzwaaien, weet je nog niet wat meneer wil bereiken met dit instrumentale half uurtje.
Is het filmmuziek? Neen, daarvoor mist het de nodige aanknopingspunten. Folk dan? Soms, in Hole In The Day hoop je tevergeefs op een fijne zangeres. Het heeft nog het meeste weg van achtergrondmuziek. De piano en gitaar die in Why ask Why samen optrekken, zitten niemand in de weg tijdens het doen van afwas of lezen van een (h)eerlijk boek. Maar of dat nu een compliment is.
Terug naar Leo. Zingt hij dan helemaal nooit niet? Niet op deze plaat. Maar wel op eerdere en latere albums, waar hij zijn zangpogingen zelf bestempelt als ‘geese farts on a muggy day’. Wie niet direct begrijpt hoe dat klinkt, moet zich een aflevering van Sesamstraat voorstellen waarin Bert of Vergeetachtige Jan zingend uitlegt dat je iedereen netjes een handje moet geven. (Lees: een melodie van niks en eerder functioneel laag dan knap gezongen.)

Een heus mysterie dus, die Kottke. Komt daar een beetje aanzetten met een platenhoes waarvan de ramen beslaan, speelt een lekker moppie gitaar, maar verzaakt om een punt te maken. De titels van zijn liedjes bieden ook geen houvast, lolbroek Leo noemt ze
When Shrimps Learn to Whistle of Taking a Sandwich to a Feast. Het is dat hij slechte oren heeft, anders had deze joker een paar opvoedkundige stompen gekregen.
René
Why ask Why:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten