The Doors - Other voices (1971)


Ik heb nogal wat met The Doors. In het eerste studentenhuis waar ik woonde zaten de cd’s van deze band jarenlang bijna letterlijk vastgeroest in de cd-speler in de keuken. Tijdens iedere lange autorit wordt de band steevast door mij uit het vet gehaald. Mijn voorliefde voor deze band en hun zanger maakt dat ik altijd nogal huiverig ben geweest de post-Morrison platen onder de naald te leggen. Na de tragische en nooit volledig opgehelderde dood van Jim Morrison in een Parijse badkuip, bleven de overige drie Doors in 1971 op zijn zachtst gezegd wat onthand achter. Jim was immers een van dé frontmannen van de jaren zestig; gezegend met een goddelijk charisma en dito stem, lijf en energie. De band besloot de instrumenten na zijn dood niet in de wilgen te hangen, maar door te gaan zonder hun onbetwiste leider. Ik hoor u ondertussen denken; jamaar, The Doors zonder Jim Morrison, is dat niet een beetje als een tosti zonder kaas? Als Rembo zonder Rembo? Ja, dat is het zeker. Morrison, en vooral het wegvallen van hem, bewees maar weer eens dat het geheel vaak meer is dan de som der delen, en daar kunnen de overgebleven leden van The Doors zich maar moeilijk aan onttrekken.
Hiermee wil ik overigens niet zeggen dat Other voices (een wel heel nadrukkelijke verwijzing naar de dood van de zanger...) een slechte plaat is. Dat zeker niet. Ik nam mezelf voor bij het opzetten van deze plaat dat ik net zou doen alsof Jim nooit bestaan had en ik deze Doors dus ook niet met de ‘vorige’ Doors mocht vergelijken. Dat was een stuk beter te doen geweest als de band het me niet zo moeilijk had gemaakt. Op Other voices klinkt de band namelijk onophoudelijk als The Doors zonder Jim Morrison. Dit maakt onder meer dat de bandleden zich zowel instrumentaal en vocaal ten volle kunnen laten horen, iets waarin ze vroeger beperkt werden door De Baas Morrison. Niemand kan echter zo rauw en smerig uithalen als Jim en dat hoor je meteen. Continu bekruipt je het gevoel dat je iets mist. Ook de lange, uitgesponnen nummers van The Doors hebben écht een hele goeie zanger nodig die het vocale deel kan dragen, anders wordt het enorm snel saai.
Af en toe laten Densmore, Krieger en Manzarek de klassieke Doors-sound los en gaan op de jazzrock toer. Niks mis mee verder, maar ook hier duren de nummers vaak te lang en is er te weinig variatie. Ships w/ Sails en Wandering Musician worden zodoende wat tamme, voortkabbelende liedjes met een sterke groove, maar ook niet meer dan dat. Ik weet niet of het een geintje is, maar met Down on the Farm lijken The Doors zelfs in het bootje van Crosby Stills en Nash te willen springen. Nergens voor nodig om net te doen alsof je een country-rock band bent. Spijtig genoeg klinken de nummers op deze plaat het beste als het trio de ‘oude’ Doors nadoet, zoals ze doen bij Tightrope Ride en In the Eye of the Sun. Voor de rest klinken ze als goede, maar wat brave en belegen muzikanten. Prima voor een keer, maar ik hou het toch liever bij Waiting for the Sun en L.A. Woman.
Tom

Geen opmerkingen:

Een reactie posten