The B-52's (1979)


Je hebt van die steden waar veel goeie bandjes vandaan komen. Austin, bijvoorbeeld, en Seattle, Manchester en Den Haag. Niemand weet precies hoe en waarom, maar ze komen ervandaan en ze zijn altijd met veel. Sinds het einde van de jaren ’70 is Athens in Georgia, USA ook zo’n stad. R.E.M. komt er onder anderen vandaan, Neutral Milk Hotel en Vic Chesnutt ook. En de B-52’s. Niet vernoemd naar de bommenwerper, maar naar de enorme fiftiesstijl suikerspinkapsels op de hoofden van de twee vrouwelijke leden van de band. Die suikerspinnen zijn meteen een goed voorbeeld van de stijl van de band. Van begin tot eind ademt hun debuutplaat en imago de vettige, rammelende, zweterige sfeer van drive-in bioscopen met kazige horrorfilms, muziek met zwalkende orgeltjes, zoenen op de achterbank van een auto en vette hamburgers met slappe friet. Deze gimmick, want dat is het, zou binnen een plaatkant stomvervelend zijn geworden als de muziek niet zo heerlijk hoekig en funky, en de teksten niet zo lekker leip waren geweest. Een couplet uit de opener Planet Claire is veelzeggend: ‘Planet Claire has pink air, and all the trees are red. No one ever dies there. No one has a head.’ Dat idee. Yes!
Voor vocaal en muzikaal uitstekende kwaliteiten zoekt u maar lekker verder, lijken de B-52’s de luisteraar met klem toe te willen voegen. Het gaat ze duidelijk om het plezier en het bouwen van een aangenaam feessie. Daarin slagen ze met vlag en wimpel. De teksten zijn dom, de orgeltjes cheesy, de zang is staccato en vrij slecht en de ritmes zijn hoekig en lomp. Alles bij elkaar klinkt dit niet bepaald aantrekkelijk, maar dat ik het dus wél. En wel hierom; de mix van al het bovenstaande levert een onweerstaanbare en enthousiaste feestplaat op die zelfs de grootste chagrijn of stijve hark (ik!) aan het dansen brengt. Stel je een soort Dick Dale meets Beach Boys meets Them meets The Addams Family voor, en daar heeft u de B-52’s. Succes verzekerd. Nummers als Rock Lobster en Lava lopen zo over van aanstekelijke leipheid dat ze onweerstaanbaar worden en als je niet dansen wil, moet je er wel om lachen.
Omdat kennelijk elk nadeel z’n voordeel hep en andersom, schuilt in de oergezellige gefliptheid van de B-52’s meteen ook het voornaamste probleem van de plaat. Als je niet op een feestje bent maar gewoon thuis, en dus niet aan het zuipen en/of dansen bent, wordt de meligheid en de feestzin van de band op een gegeven moment een beetje vervelend. De volgende keer wanneer je een feestje geeft kan de plaat probleemloos van begin tot eind afgedraaid worden, maar als je gewoon op de bank chips zit te eten moet je er maar tegen kunnen. Er zijn overigens genoeg ‘geinige’ platen die veel sneller vervelend worden, dat is dan weer een compliment. Op mijn volgende feest zijn de B-52’s meer dan welkom, tot die tijd blijft het doseren en schipperen. Zoals met alles eigenlijk.
Tom

Geen opmerkingen:

Een reactie posten