Peter Bardens (1971)


Peter Bardens. Peter Bardens. Peter Bardens. Het klinkt al niet aansprekend. Het bekt niet lekker, en het ziet er niet geil uit. Op het lijstje van artiesten die verplicht hadden moeten worden een artiestennaam te nemen staat Bardens, samen met bijvoorbeeld Donald Fagen en Delaney Bramlett, wat mij betreft flink hoog. Ondanks zijn saaie naam heet deze lp van Peter Bardens toch gewoon Peter Bardens. Toch kocht ik de plaat. Vooral omdat ‘ie goedkoop was en uitgebracht op Transatlantic, een zeer respectabel Brits label. Was ik maar wijzer geweest. Zo ijzersterk als Transatlantic was met folkrock, zo wispelturig was ze met andere genres. Bardens maakt het allemaal niet, maar doet wel graag alsof. Bardens was een onbetekenende figuur uit de Britse rockscene die het talent had steeds af te taaien wanneer het wat leek te worden met een bandje. Of dat meer zegt over het talent van Petertje dan over de bandjes weet ik niet, maar deze plaat pleit niet voor ‘m.

Peter trapt af met een stukkie dixieland. Dat haat ik. Begin jaren ’70 zal dat wel lekker gek en grappig zijn geweest, maar het blijft uiteindelijk natuurlijk gewoon irritante muziek. Als je jezelf en je muziek serieus neemt en een schoon werkje neer wil zetten, begin je een plaat niet met dit soort luimige onzin, is mijn bescheiden mening. De luisteraar krijgt hierna een non-descripte, amorfe vleesch-noch-vischplaat voorgeschoteld die nergens boeien wil. Er gebeurt niks tijdens de nummers en ze duren ook nog eens veel te lang. Hierdoor klinkt alles zo lui en lethargisch dat je er als luisteraar alleen maar bij kan denken dat onze Peter helemaal geen zin had om een plaatje te maken. Als klap op de vuurpijl is de plaat spuuglelijk afgemixt. Van begin tot eind lijkt het alsof er door een kartonnen koker wordt gezongen en gespeeld. Bardens heeft er echt een potje van gemaakt. Het resultaat is halfbakken geluidsmodder waarbij je niet weet wanneer het ene nummer afgelopen is en het andere begint. Dat Bardens niet kan kiezen of hij hard-rock, blues, prog, gospel of soul wil maken werkt ook al niet mee. Ik heb echt mijn best gedaan, maar ik kan voor deze plaat geen lied aanwijzen dat het best uit de verf komt. Ze zijn allemaal even slecht. Bovendien heeft de luisteraar, zoals gezegd, geen flauw idee van het feit dat hij met verschillende nummers te maken heeft. Alles klinkt hetzelfde. Saaie troep dus, die meteen de kast weer in kan. Peter Bardens doet zijn naam eer aan. Transatlantic niet.

Tom

2 opmerkingen:

  1. De plaat is pas heruitgegeven op cd, en ik kan me de kritiek voorstellen, maar ik vind het een leuke plaat. "My House" wijst al vooruit naar zijn tijd bij Camel.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een diepgang in het verhaal van Tom, zelden een zo genuanceerde recensie gelezen. Het geeft aan dat Tom de muzikale intelligentie heeft van een garnaal. Volgens mij is Tom gewoon een grote debiel.

    BeantwoordenVerwijderen