Stoneground (1971)

Er was eens een bandje en dat bandje heette The Beau Brummels. Die hadden een paar hitjes in Amerika en twee talenten in de gelederen die allebei de baas wilden zijn: Ron Elliott en Sal Valentino. Twee baasjes in een band gaat niet en de band viel na verloop van tijd uit elkaar. Ron maakte wat soloalbums, deed wat productiewerk en bleef achter de schermen met vriend Sal samenwerken. Sal vertrok naar San Francisco en begon aldaar, met maar liefst negen anderen, Stoneground. Bent u daar nog? Stoneground was een ambitieus project; een rondtrekkende hippiekaravaan, optredend in voortdurend wisselende samenstelling in de VS en Europa, onderweg mensen oppikkend en achterlatend. Dat kan natuurlijk nooit goed gaan, denkt de calvinist in mij. Een strakke band bestaat uit niet teveel mensen en houdt zodoende in- en extern het overzicht. Een band die intern een troepje is, kan nooit platen maken die geen troepje zijn.* Dit ietwat flauwe vooroordeel wordt door het allegaartje dat Stoneground heet helaas grotendeels bevestigd…

Geheel in de geest van de democratische jaren zestig krijgt ieder bandlid op het titelloze debuut uit 1971 evenveel aandacht. Iedereen mag netjes een eigen liedje inzingen en op elk nummer mag iedereen meedoen. Dat is lief, maar het zorgt er wel voor dat de band er niet in slaagt een eigen ‘gezicht’ te creëren, als u begrijpt wat ik bedoel. Zonder duidelijke frontman of –vrouw en zonder duidelijke structuur in de nummers krijgt de luisteraar immers het idee dat ‘ie naar tien singeltjes van tien verschillende bands zit te luisteren, in plaats van naar een album. Dat is niet alleen verwarrend, maar ook vermoeiend en niet goed voor de sfeer. Ik kon in ieder geval niet rustig een glaasje sinas drinken en een handje borrelnootjes eten zonder na elk nummer in uiterste verwarring achter te blijven. Ik bedoel maar. Het eigen werk, voornamelijk geschreven door Valentino, is ook helemaal niet geschikt voor een enorme band met zo’n ‘wall of sound’-achtig geluid, maar meer voor een kalm kabbelend clubje als The Beau Brummels. Dit neemt niet weg dat de nummers overwegend wel goed in elkaar zitten en dat het met de groove wel snor zit. We hebben te maken met een funky band die best strak kan spelen als het moet, maar pwoei, wat een drukte… En Sal, die cover van The Kinks, moet dat nou echt?


Toegegeven; Sal Valentino’s stem is fantastisch en de band kan een aardig moppie spelen, maar lang niet alle nummers op deze lp zijn de moeite waard. Added Attraction, bijvoorbeeld, lijkt wel een grapje. Ik weet niet welke clown er ingehuurd is om dit nummer in te zingen, maar van mij had het in ieder geval niet gehoeven. Ik vind het gemeen van een band om je eerst geld te laten betalen voor hun plaat, je naar huis laten gaan met een vol verwachting kloppend hartje en vervolgens zo’n obsceen loopje met je te nemen. Daartegenover staan nummers als Stroke Stand, Colonel Chicken Fry en Great change since i’ve been born, waarbij de enorme bezetting van de band ineens behoorlijk lijkt te werken en het rommeltje verandert in een strak georganiseerde groovemachine. Het kan de plaat helaas als geheel net niet overeind houden, vooral ook omdat saaie opvulling als Bad News en Brand New Start niet overkomen. Dit komt niet alleen omdat de muziek veel te ver naar achter gemixt is, maar ook simpelweg omdat ze klinken als slaapliedjes...

Tom

*(Dat dit niet waar is wordt overigens bevestigd door, pak ‘m beet, Fleetwood Mac en Oasis, maar goed. Laten we voor het gemak hier even kort door de bocht gaan. Fijn dat u zo lekker meedoet. Dankuwel.)

Het enige nummer dat op Youtube staat van deze lp, is het nummer dat ik zojuist zo vakkundig afgezeken heb. Bah.



2 opmerkingen:

  1. Ik heb net een sabbatical van een maand opgenomen. Lekker, muziekjes luisteren op Onder de Naald. Wat blijkt: sinds 14 november is er niks nieuws meer op de site geplaatst.

    Hallo Heeren, dit zijn de internets, een telkens veranderend medium.....Doe dan veranderen. En nieuwecontent gaarne.

    Consumentje

    BeantwoordenVerwijderen