Emitt Rhodes - Mirror (1971)


In de jaren zestig kon je nog lachen, zo wil mijn vader me weleens op een verloren zondagmiddag op de mouw spelden. Jongeren hadden nog wat te rebelleren, een brommer was een ultiem statussymbool en de zon scheen de hele dag. Vooral vanaf de Californische kust zijn er genoeg bandjes uit de bakken te trekken die deze mythe levend houden. De Amerikaanse sunshine-pop van midden jaren zestig loopt over van de ballonnetjes, schapenwolkjes, picknickjes in parkjes met bloemetjes, beestjes en andere –jes. The Merry-go-Round was een van die oergezellige, vlotgekapte lalala-bandjes, en de baas van de band heette Emitt Rhodes. Ze mochten van 1966 tot 1969 net doen alsof er niks aan de hand was. Toen vond platenmaatschappij ABC het, mede vanwege tegenvallende verkopen, mooi genoeg geweest en trok de stekker eruit. Berooid en een handvol illusies armer trok arme Emitt zich terug in de garage van zijn ouders om daar voor zichzelf te beginnen. Het leverde drie goedbedoelde staaltjes huisvlijt van wisselende kwaliteit op.
Mirror uit 1971 is de tweede lp die Rhodes vanuit de ouderlijke garage afleverde. Terwijl moeder verse limonade aanleverde en Emitt’s sokken stopte werd er vanuit het hobbyhok noeste arbeid geleverd. Rhodes schreef, zong, speelde en produceerde alle nummers op zijn drie albums zelf. Soms helpt er een vriend van om de hoek mee. Meer niet. De wat wazige hoesfoto zal wel gemaakt zijn door een neef met een liefhebberij voor fotografie. En de hoesteksten lijken gemaakt door Emitt’s bijziende oma, aangezien er op label noch hoes lijn in de volgorde van de nummers is te ontdekken. Dit is op zich natuurlijk een benijdenswaardige prestatie, ware het niet dat Mirror ook laat zien hoe belangrijk feedback van anderen kan zijn. Ook het wurgcontract dat Rhodes met ABC had en hem ertoe verplichtte elke zes maanden een album af te leveren werkt hoorbaar niet mee.
Rhodes doet ontzettend zijn best en dat hij enthousiast is en de instrumenten beheerst is evident vanaf de eerste seconde. Birthday Lady, het eerste nummer van de eerste kant, is namelijk van puur goud gemaakt. Alle ingrediënten die een lekker nummer een lekker nummer maken trekt Rhodes uit de kast; een orgeltje, goeie meerstemmige harmonieën, een tamboerijn, hitsige gitaarlicks en nog zo wat. Iedereen mag meedoen in de garage en Emitt maakt er een feestje van. Gedurende de volgende twee nummers begint het echter allemaal al een beetje op elkaar te lijken. Emitt lijkt steeds meer de indruk te willen wekken dat The Beatles hem op de hoek van Abbey Road vergeten zijn op te pikken, en hij zal ze dat eens effe laten horen ook. Better side of Life, My love is strong en Side we seldom show klinken stuk voor stuk als Beatles-afdankertjes. Nou is dat natuurlijk niks om je voor te schamen, maar origineel is anders. Maar goed, als je van mening bent dat variaties op een thema herhalen per definitie slecht is, moet je maar eens met Lemmy van Motorhead gaan praten. Dan bijt hij je hoofd eraf, en piep je wel anders. Emitt laat in ieder geval horen dat hij weet hoe een goed popliedje in elkaar zit. En nog een keer. En nog een keer. En nog een keer. Mirror sluit de eerste kant prettig af, en voor ik het wist waren we halverwege.
Het kunstje gaat op de tweede kant verder. Met de opmerking dat het wurgcontract dat Rhodes met ABC had zich hier in al zijn treurige modderigheid manifesteert. Really wanted you is wederom een ijzersterke opener, met een cowbell voor het ‘altijd goed-’gehalte. Ook op deze kant is de opener het sterkste nummer, want daarna volgen drie zwaar op Beatles-themaatjes leunende opvullingsliedjes. Het begint nu echt te vervelen. Alle klassieke onderwerpjes komen voorbij: liefde, gebroken harten, begeerte, iedereen is mooi en uiteindelijk komt het allemaal weer goed. Enzo. Tijdens het laatste nummer, Take you far away, graait Emitt me ineens weer met ferme hand uit mijn middagslaapje. Met wat kekke zanglijntjes laat hij horen dat hij niet vergeten is dat je ook wat goeds voor het laatst moet bewaren. Het is alleen helaas echt te weinig om nog te overtuigen. Emitt is net iets te braaf geweest en heeft weinig Rock ’n Roll in de garage bij papa en mama gevonden. Ook heeft hij net iets te goed naar de Beatles geluisterd. Rhodes wil vooral geen ruzie met de luisteraar maken door moelijke zanglijntjes of overdreven experimenteel spel. Dat vertaalt zich ook in hoe lang de plaat duurt; binnen een klein half uur ben je met Emitt uit en thuis, dus hij zorgt er maar mooi voor dat je nooit te laat op school of paardrijles komt. En dat doet hij, uiteindelijk toch, met ambachtelijke popliedjes die hij helemaal zelf in elkaar heeft gezet. En da’s ook wat waard.

Tom

Geen opmerkingen:

Een reactie posten