The Youngbloods - Elephant Mountain (1969)


Zeven albums en één enkele hit. Dat is wat The Youngbloods gegeven was voordat ze in de mist verdwenen en verbannen werden naar het eeuwige rijk van slechte de sixties-verzameldcd’s. Dat is allemaal de schuld van die ene hit, Get Together, een best leuk lied dat jammer genoeg dezelfde status kreeg als If You’re Going to San Francisco van Scott McKenzie; een ietwat saai en gemakkelijk en daarom unaniem verkozen hippievolkslied voor en door de mensen die er niet bij waren. Dat is jammer, omdat The Youngbloods meer zijn dan Get Together. Althans, dat beweert men in de stukjes die ik over ze op internet lees. Jesse, Joe en Banana (jawel) waren nog maar met z’n drieën toen het derde album, Elephant Mountain, uitkwam. De rest van de leden was ‘m al gesmeerd naar andere bands. Volgens critici is Elephant Mountain hun sterkste. Ik weet dat niet, want ik ken de rest niet. De rest staat hier namelijk ook nog ongeluisterd in de kast. Wat ik wel weet is dat deze plaat een puik staaltje niks-aan-de-hand-muziek is van een gezellig bandje dat spelen kan en, inderdaad, meer blijkt te zijn dan alleen maar Get Together.
Het is anno 2011 even schrikken aan het begin van Elephant Mountain. Jesse kon het destijds ook niet weten, maar zijn stem lijkt griezelig veel op die van de ouwe viezerik uit Family Guy die telkens in het broekje van de zoon des huizes wil. Tegen de tijd dat ik over dat gegeven heen was, waren we al drie nummers verder en moest ik even opnieuw beginnen. Achter deze eerste associatie bevond zich een glad geproduceerde plaat, gemaakt door nette jongens waar je mee thuis kunt komen. Meestal belooft dit niet veel goeds, maar in dit geval valt het mee. De plaat klinkt namelijk erg soul- en liefdevol. Met de instrumentbeheersing zit het ook, voor zover ik het kan bekijken, wel goed. Het is alsof de plaat ‘welkom thuis’ zegt, en ‘hier is het tapijt hoogpolig, trek je schoenen uit, de thee is bijna klaar maar neem maar vast een koekje.’ Fijn zo. Af en toe wordt loze ruimte opgevuld met wat volstrekt overbodige en willekeurige pauzemuziekjes. Die zijn irritant. De instrumentale tracks zijn dan wel weer erg goed; groovy, onderhoudend en gezellig. Richting het einde begint de braafheid van het geheel een beetje vervelend te worden. Zelfs de uithalen klinken afgemeten en gladgestreken, het randje is ver te zoeken. Helemaal aan het einde worden we nog, hoe toepasselijk, getrakteerd op de saaiste instrumentale track van de plaat. Alsof de band de zaallichten vast aandoet en vraagt of we rustig onze jassen willen gaan halen. Goedenavond.
Tom

Geen opmerkingen:

Een reactie posten